Merlet; Opsporing verzocht van drekbesmeurders te Mill anno 1743.
OPSPORING VERZOCHT VAN DREKBESMEURDERS TE MILL IN 1743
Bij het inventariseren van omtrent vijftig portefeuilles Varia van het zwaar door brand geteisterde Graafse stadsarchief troffen we toevallig een publicatie aan van 6 september 1743, uitgaande van Gerard Torsinck, ambtman van de stad Grave en het Land van Cuijk, over baldadigheden te Mill.
Aldaar was in 1729 Johannes van Turenhout koster en schoolmeester geworden. Het schijnt een bijzonder lastig heerschap te zijn geweest, die zich als strijdbaar Gereformeerde maar moeilijk kon schikken te midden van de dorpelingen, die bijna allemaal Rooms waren.
De Protestanten hadden zoals reeds eerder beschreven de oude parochiekerk in bezit genomen. Hoewel men een eigen predikant had, telde de kerkelijke gemeente in Mill zeer weinig leden. Toch was ook het onderwijs volgens regelementen van de Staten-Generaal in het zeer eenvoudige dorpsschooltje, vermoedelijk met één zeer groot lokaal, op Protestantse leest geschoeid.
In de meeste dorpen, waar dat ook het geval was, wisten de Protestantse ambtenaren zich soepel aan te passen, behalve toentertijd in Mill. We schreven vroeger al over de strubbelingen in 1759, maar ook in 1743 blijkt het al mis te zijn geweest aangaande de recalcitrante schoolmeester.
Ons plakkaat maakt gewag van het feit dat enige boosaardige mensen, zich niet hebben ontzien onlangs de deur en het sleutelgat van de Gereformeerde kerk als ook die van de hofdeur van onze schoolmeester met drek te besmeuren.
Ondanks vele naspeuringen heeft men de daders tot nu toe niet kunnen grijpen. Alles schijnt te zijn opgezet "tot veraghting van den waaren Gereformeerden godsdienst" In een Land van Justitie kan zoiets niet worden geduld. Tot afschrik en exempel dient dit vergrijp dan ook behoorlijk te worden bestraft. Daar de daders nog onvindbaar zijn, wordt bij deze een beloning van 100 gulden uitgeloofd bij het aanbrengen. Voorwaar voor die tijd een vorstelijk bedrag. Of ze gegrepen zijn en door het gerecht zijn veroordeeld is door ons nog niet uitgezocht.
Streekarchivaris de heer A. Douma.
Bron: Stadsarchief Grave, nog niet geordend
Literatuur: Merlet VIII(1972) pag. 77 en volgende.