Merlet; De watermolen van Mill anno 1310
Het oorkondeboek van J. de Fremery meldt ons onder nummer 136, dat er eens in Mill in het jaar 1310 een watermolen stond. De molen werd in het jaar door de Heeren van Cuijk afgestaan aan de kloosterlingen van de abdij Marienweerd (Norbertijnen), de abdij die te Mill actief was. Jammer genoeg werd in de oorkonde de exacte plaats niet genoemd. De Latijnse tekst vermeldt slechts; SITUM APUD MYLLA,wat betekend: >GELEGEN BIJ MILLE.
In de tekst staat bovendien dat op het terrein van de watermolen en de meerstal(is peelven) de watermolen vervangen mag worden door een windmolen. Het is ook bekend dat in 1361 de abdij in haar molenrecht werd bevestigd en dat de watermolen in 1382 na verpanding uit de geschiedenis van de abdij verdwijnt.
Waarschijnlijk is de watermolen na de verpanding weer in handen gekomen van de Heeren van Cuijk, vervolgens afgebroken en is er een wind -en rosmolen gebouwd op de Molenheide in opdracht van de Heeren van Cuijk.
Aandrijfmechaniek van een watermolen waaronder het scheprad (jaartal onbekend plaats en naam watermolen onbekend.)
Het is ook bekend dat beide molens bestemd waren voor de bewoners van Mill, Sint Hubert en Wanroij en dat men was verplicht het graan daar te laten malen ( banmolens).
De molenheide zou voor plaatsing gekozen zijn vanwege de centrale ligging tussen de 3 genoemde plaatsen. Ter uwer oriëntatie de Molenheide is gelegen aan de huidige Wanroijse weg, waar thans een industrieterrein is. Ook ligt er daar een kerkhof en een rotonde.
Bij het zoeken naar de plaats van de watermolen heeft gestaan, hebben we met drie voorwaarden te maken: 1). de ligging bij Mill; 2). de ligging bij een meerstal(peelven); en 3). de noodzakelijkheid van stromend water (beek). Aan deze drie voorwaarden wordt slechts voldaan in westelijk Mill het gebied de Meeren en wel of nabij de Dellenweg, of nabij de Koestraat, of nabij de boerderij de Paddenhool, of nabij de samenkomst van de Groote en Kleine Beek . Het is jammer , dat door de aanleg van de spoordijk rond 1872 het rechttrekken en uitdiepen van de beek (Defensiekanaal rond 1935), de aanleg van de Peel-Raamstelling ( loopgraven, kazematten et cetera rond 1935) en wijzigingen in het landschap het exacte punt , de exacte locatie van de watermolen waarschijnlijk nooit gevonden zal worden.
Nog een afbeelding van de aandrijftechniek en het scheprad van een watermolen(Het jaartal, plaats en naam van deze watermolen is ook onbekend).
Afbeelding van een watermolen in de buurt . Dit is D'n Oliemeule te Oploo in 1725 gebouwd en de aanbouw stamt uit 1780. De watermolen staat in Oploo aan de beek de Oploosche Molenbeek, ook wel Vloet genoemd. Zie voor meer informatie de website ; watermolen Oploo
Verschillende malen hebben wij het gebied van westelijk Mill ( zie onderstaand kaartje) bezocht zowel in een droge als natte periode. Steeds constateerden wij erg natte grond, heel veel smalle en brede sloten en restanten van meerstallen en dellen. De naam Dellen ( met meervoud van dal in het dialect) wijst op laagten in het landschap waar het water vaak bleef staan als gevolg van een leemachtige ondergrond.
Een oude landkaart vermeldt ook het Pannehuis in de Voorpeel (eigenaar Thelosen) in westelijk Mill en het is niet uitgesloten dat dit pand in vroeger tijden gediend heeft als herberg ( bij de watermolen) waar de landbouwers konden wachten op het malen van het graan, even konden buurten, et cetera.
Daar waar "Meeren" is aangegeven , heeft ongeveer de watermolen gestaan.
Het verschil in hoogte tussen de Meeren en het oostelijk gelegen Mill is enkele meters. Het verschil in hoogte tussen de Meeren en de Roijendijk, noordelijk van Mill, is ruim zes meter. Het verschil toont duidelijk aan dat de beken in westelijk Mill stromend in noordoostelijker richting , vroeger een behoorlijke stroomsnelheid hebben gehad en dus het scheprad van de watermolen gemakkelijk gemakkelijk draaiend konden houden.
Bron: De Heer Gerard van Hout .
Merlet: Uitgave van de Historische Kring Land van Cuijk.