De erfenis van Graaf Ebroinus AD 721?
DE ERFENIS VAN GRAAF EBROINUS ANNO DOMINI 721?
Onderstaand relaas is een compilatie van de Vriendenkring van Myllesheem de dato 7 november 2010.
In 1976 werd het 650-jarig bestaan van de parochie Mill gevierd. Behalve een prachtig glas in lood raam schiep Kees Bastiaans ook een ingenieus logo voor dit feest.
Het stelt voor de ruïne van de 15de -eeuwse kapel Maria Ten Hove, verwerkt in het thans bestaande godshuis.
Logo ontworpen door Kees Bastiaans in verband met 650 jarig bestaan Parochie Mill
De spontaan gestichte heemkundekring richtte een tentoonstelling in in de hal van het gemeentehuis. Bij de opening sprak Mgr. Willem van Haaren (+1999) uit Grave de gedenkwaardige woorden- Toen God de grenzen der volkeren bepaalde, werd Mill het deel van de Heer, Hij heeft het gevonden aan de rand van de Peel, waar dieren in eenzaamheid huilden, Hij heeft het beschermd en opgekweekt en als voor Zijn oogappel zorg gedragen.... et cetera-.
Een paar uren eerder had Mgr. Egbert Schraven (1915) in de feest predicatie de parochie hoog op het schild getorst en gesproken van een gezonde liberale mentaliteit. Hij doelde daarbij duidelijk op de periode eind 1800 begin 1900. Beide uitspraken streelden het imago van de Millsche parochiaan.
Zover teruggaan in de historie van Mill als de Monseigneur uit Grave, is niet het doel van ons streven. Filosoferen over het ontstaan van een nederzetting in de oudheid brengt altijd discussie op gang. Wat is er alleen al niet gesproken en geredeneerd over de naam Mill. Elke heemkundige, amateurhistoricus, ja zelfs archivarissen hebben hun best gedaan, een eigen visie op dit punt te geven. Wat hebben sommige plaatsen het dan toch gemakkelijk. Neen nou 's-Hertogenbosch, bos van de hertog, Ravenstein, 't steen (=kasteel) van Walraven, en daarmee is de kous af.
Mill, Mil, Mijlle molen, mille passen vanaf de Peel , 750 meter is 1000 stappen, zover liggen de kapel en de voormalige kerk op het kerkhof aan de Hoogstraat ( Acaciahof) exact uit elkaar. We weten van enkel, dat J. de Fremery in 1890 , bij het ordenen van het archief van de abdij Marienweerdt , Mill et Halle bij elkaar schuift en volgens de akte uit 1156 toespits op de uithof Pisla bij Mylle. In het eerste geschrift van de heemkundeclub Myllesheem, het gedenkboek van de parochie Mill, in 1976 samen gesteld en geschreven door Bep Claassens staat dit allemaal vermeld. Maar er is meer. We gaan dan wel 450 jaar terug.
Terug naar de tijd van de H. Willibrordus , Anno Domini 658-739.
-Ik, Graaf Ebroinus , zoon van Oda heb besloten iets van mijn goederen aan de plaatsen der heiligen te schenken tot hulp van mijn ziel en die van mijn zeer beminde vrouw Theodolinda... et cetera-. Dan volgen een aantal namen van kerken in plaatsen zoals onder anderen Rindern (nabij Millingen) en ook Megen in Brabant, waar nu heer en bisschop Willibrord de beheerder is.
Aldus luidt de vertaling van een uit Anno 721 daterende oorkonde, welke in een kopieboek staat uit Anno Domini 1200 en door pater W.A. Span uit Millingen in 1972 is gepubliceerd.
In hoeverre Mill hierbij betrokken kan worden is nog niet duidelijk. Het feit, dat in Milheeze bij Bakel, eigendommen van het klooster Echternach lagen en ook in Mill hiervan een enclave bestond , brengt ons tot bepaalde conclusies. Zoals Theo Verstraten in zijn onlangs door de heemkundekring Felix Walter uitgegeven boek, allerlei grenzen beschrijft, welke vaak zomaar willekeurig in een gebied werden aangegeven en meestal verband hielden met beken, wegen en paadjes. Zo zal ook het klooster Echternach na het ontvangen van de erfenis van Sint Willibrord hier en daar primitief de grenzen hebben bepaald.
Als we dan bedenken, dat de Romeinen in onze streken al gebruik maakten van vaste punten, zogenaamd mijlpalen, ligt het voor de hand , dat Millingen, Milheeze en Mill punten in het landschap zijn geweest, gemerkt door Mijlpalen en niets anders.
Het volgende relaas in deze serie is de compilatie; Pussele, de erfenis van Sint Willibrordus anno 739, te vinden onder de groep historie-verhalen