Over Roomsche en Calvijnsche kasteelheren in de 16e eeuw
-De Paep is gegaan en heeft de capelaen meegenomen-, was het sein dat de pastoor met zijn parochianen op bedevaart vertrok. Een dominee ergens in midden Nederland schreef deze regels in zijn annalen. Opmerkelijk veel boeken verschijnen de laatste tijd over het kerkelijk leven in de middeleeuwen en later. Ook over bedevaarten zijn een aantal studies uitgegeven, geschreven door jonge studenten. Men liep dan met de vaandels en kaarsen, stiekem verborgen, bij voorbeeld vanuit Amersfoort naar Kevelaer. Onderweg deed men meestal kleine bedevaartoorden aan, die gelegen waren in gebieden buiten de reformatie, zoals Uden, Handel en Gemert. Daar konden de bedevaartgangers luidkeels hun gezangen oefenen, trommelen en op de luit spelen. Soms bleven ze meer dan een week weg, trekkend langs bekende herbergen, hooibergen en boerderijen. De hoeveelheid wierook op de plaats van bestemming was dan bijkans niet aan te slepen. Maar dat was toen.
Over de protestantisering in het Land van Cuijk is in de Rooms Katholieke regio geschiedenis weinig terug te vinden. Ook betreffende de historie van het bisdom beklaagt archivaris Peijnenburg zich onlangs hierover in het Bisdom blad. De feiten geven wel duidelijk aan, dat er toch meer te doen is geweest. Op enigerlei wijze is deze periode vergeten verdoezeld of weggedrukt. Alleen al in Mill kunnen wij 5 dominees aanwijzen. En dat was nog niet alles. Drs. Tom Hamers, historicus en voorzitter van Graeft Voort liet ons een lijst zien van nog eens 7 dominees (dus totaal 12), die in de jaren 1650-1780 samen met hun adjuncten moeite deden, onze voorvaderen in Mill de weg naar de hemel te wijzen. In dezelfde tijd werden 11 pastoors benoemd. Kapucijnen, Karmelieten, Dominicanen uit Kalcar en Norbertijnen uit Postel. Dominees en pastoors, over een kudde van misschien 2000 zielen, Sint Hubert en Wanroy incluis. 23 Zielzorgers, die het volk en mekaar bespioneerden en begluurden bij het leven. Typisch, zoals we al eerder opmerkten, dat juist op dit moment een aantal artikelen, boekwerken en zelfs een standaardwerk over deze zaken de aandacht trekken. Nieuwe uitgaven van Bijsterveld, Van Bavel, Wingers, Magry en Trienekes trekken de aandacht. Zij geven over het algemeen veel informatie over de geloofsbeleving in Brabant, Maas en Waal en midden Nederland. Interessant is ook het artikel in Merlet 98 van onze archivaris Harm Douma, die de gereformeerde historie van 1747-1800 voor het voetlicht haalt.
Gebleken is, dat onze voorvaderen zich niet van de wijs lieten brengen en braaf schuilkerken bleven bezoeken. In Maas en Waal spraken de protestanten zelfs van een mission impossible . In Mill had, zoals bekend de Heer van Aldendriel, Barthold van de Voort, een gedeelte van zijn kasteel als schuilkerk laten inrichten. Dezelfde Barthold raakte eens in een moeilijk pakket. Huub van Heiningen, schrijver van de historie van Batenburg onder de titel Eeuwenlang Twistappel, vertelt het volgende. Willem van Bronckhorst, Heer van Batenburg, inmiddels calvinist geworden en een vurig aanhanger van prins Willen van Oranje had zich de wrevel van Koning Philips II op de hals gehaald. Alva met zijn Bloedraad was hem op het spoor gekomen. Bovendien hadden al eerder , evenals de edelen Egmond en Horne , zijn broers Diederick en Geijsbert van Bronckhorst in 1568 op het schavot in Brussel het loodje moeten leggen. Willem trachtte Bartholt van de Voort in te huren zijn kasteel in Batenburg in leen over te nemen. Heer Bartholt stond bekend als een oprecht katholiek. Hem en dus ook zijn burchten genoten de bescherming van de Spaanse Koning en zijn scherprechter Alva. Onze Bartholt trapte daar niet in. Willem van Bronckhorst, bevelhebber in het leger van de prins van Oranje, overleefde de slag tegen de Spanjaarden niet. Hij sneuvelde aan het Manpad bij Haarlem in 1576. Zijn kasteel bleef nog overeind, totdat 200 jaar later de Fransen onder bevel van Pichecru er de brand in staken. Uit deze tijd bestaan nog meer verhalen. Over Krijtende Heeren en Morrend Volk, lees het verhaal, te vinden onder rubriek de historische verhalen.
Over Krijtende Heeren en Morrend Volk.