Over de gezworenen, de borgen en de nasleep anno 1715
De boeten, de vernederingen en het opeisen van de sleutel tot de toegang van de Kapel Maria ten Hove, waren dieptepunten in het gemeenschapsgevoel van het Rooms gelovige volk van Mill. Toen de zaak financieel geregeld was, stond in het kasboek van de schatbuerder van de Ambtman in Grave: ontvangen 1300 gulden van wege - de abbuijsen voorgevallene ontrent het capell tot Mil
Als een abuis werd de hele kwestie door de protestantse overheid, in die tijd, de wereld uitgeholpen. Met onze huidige media organisaties, TV, radio en internet zou het beslist wereldnieuws zijn geworden. En het bedrag zou in orde van grootte enkele miljoenen hebben bedragen. Onze voorouders zaten met de brokken. Uit de kas van de dorpsraad hadden ze kunnen voorschieten, maar daar waren die centen niet voor bestemd. Dat geld was gereserveerd voor wegen, dijkaanleg brandbestrijding enzovoort. Trouwens het heette een kerkelijke baldadigheid. Ook de armenkas beschikte over een kapitaaltje voor de armen. Men besloot het hele bedrag 1300 gulden, te lenen bij een rijke particulier in Gemert. Hendric Peter Hammen en Catharina Driessen, echtelieden, werden schuldeiser tegen een rente percentage van 4% jaars.
Eindelijk komen we nu de namen van onze voorouders tegen, die goed genoeg zijn bevonden, rente en aflossing te waarborgen. En dit met hun naam, handmerck of segel hebben bevestigd.
Archivaris Douma zegt letterlijk in zijn artikel in Merlet '89: zij namen vrijwillig of niet een financiële last op zich, en in de oirconde staat geschreven-Daervoor verbinden wij onsse gemeijnte soo roerende als onroerende goederen geen uitgesondert... enzovoort-. Met heel hun hebben en houwen waren zij overgeleverd aan de schatbeurder van Grave.
Die borgen waren: onder andere de richterbode Peter Adriaens ( Goduaert van den Heuvel), de schepenen Antonij (Laurens Dirckx) Verstraeten, Hendric Derx (Croef), de gezworenen: Jan Hendric Tunnijse en Peter Jans (Weem) , de kerkmeesters: Jan Jans Tunnijse en Jan Jacobps, de armmeesters: Gerrit Jans van de Vloedt en Gerrit Derx (Croef).
Dan komen aan bod, diegene waarvan men verwacht, dat ze onroerende goederen bezitten en/of een huurboerderij met grond hebben gepacht van de Kroondomeinen.
Jan Wilbers Kempen, wiens familie woonde in de boerderij -aen die kerck- een huis dat eerder heeft gestaan op de plaats van De groote Prins.
Willem Gerrits Croeff woonde aan de Crommendicke, Peter Nelissen en Derick Peter Raeijmaekers zijn waarschijnlijk de grootouders van pastoor, later de eerste Apostolisch Vicaris van Nederlands Oost Indië.
Thijs Tunnijse, de grootvader van de enige patriot, die later met name genoemd zal worden. Hermen Peters ( van de Vorle ) gehuwd met Neeltje van Delft, schoonbroer van Hendric Moors uit Lanake, geparenteerd aan de familie Pluck en Goduaerts-Croeph.
Het zijn op een enkel uitzondering na allemaal , zonen, kleinzonen en schoonzonen van Adriaaen Goduaart van den Heuvel. Deze namen komen ook voor in het uitgave van Merlet 1983-IV, door 4 leden van de Genealogische vereniging samengesteld, bij gelegenheid van het eerste lustrum.
Nu valt het pas op, dat in genoemde uitgave ook Gieben Sint Antonis, Van de Voort Beugen, Van de Logt Haps en Van Kilsdonck Oeffelt worden genoemd, later richterbode worden en hoogstwaarschijnlijk ook met de snaphaan bewapend hebben moeten opdraven. In een volgende aflevering ( zie het relaas over het gilde Sint Catharina) volgen nog een aantal borgen namens de parochie Mill. Stamboomvorsers, en dat zijn er op dit moment velen in het Land van Cuijk, hebben wellicht gemerkt, dat in de kwartieren van alle oorspronkelijke bewoners van Mill, deze namen voorkomen.