Merlet; Vliegdemonstraties op de heide te Mill anno 1911
VLIEGDEMONSTRATIES OP DE HEIDE TE MILL IN HET JAAR 1911
Tegenwoordig moeten we wel echt geïnteresseerd zijn in de vliegerij willen we nog veel aandacht schenken aan al de vliegtuigen die bijna dagelijks over het Land van Cuijk razen.
We zijn er, door de aanwezigheid van onder andere de vliegbasis Volkel, aan gewend geraakt; soms ergeren we ons aan het lawaai dat ze maken.
Diezelfde luidruchtigheid is er ook de oorzaak van geweest dat de gemeente Mill haar woningbouwplannen moest veranderen, iets waarmee men aldaar op z'n zachts gezegd niet erg gelukkig was. Toch is er een tijd geweest dat men in Mill met veel genoegen een vliegtuig binnen de grenzen heeft gehaald, maar ja, dat was in de goede oude tijd toen vliegen nog min of meer als een wonder werd beschouwd.
In het jaar 1911, toen de vliegerij nog in de kinderschoenen stond, werd er een Europese in rondvlucht" georganiseerd in 9 etappes. De start was in Parijs maar voor ons van belang was de 3e etappe, namelijk van Luik via Venlo (met verplichte landing) naar Soesterberg. Vanaf Venlo moesten de deelnemers in een rechte lijn over Horst, Venray, Sint Anthonis, Sint Hubert, Grave (waar de Maas gekruist werd) verder vliegen naar Soesterberg. Men trof allerlei maatregelen zodat de vliegers zich konden oriënteren. Er werden grote witte kruizen op de grond gelegd die min of meer het middelpunt waren van de te volgen route. Dergelijke kruizen lagen in Ledeacker, Mill en Grave. Het kruis bij het veerhuis te Grave was 12 meter lang en 8 meter breed.
Er werd natuurlijk veel aandacht besteed aan deze rondvlucht. In de Graafse Courant verscheen een advertentie waarin men werd opgewekt naar Grave te komen.
Niet alles liep evenwel vlekkeloos, door het erg slechte weer te Luik moest men besluiten alle volgende etappes een dag uit te stellen, zodat de tocht Luik-Soesterberg op 22 juni 1911 zou plaatsvinden. En inderdaad, ten aanschouwe van vele duizenden toeschouwers vloog omstreeks 10 uur in de ochtend het eerste vliegtuig over Grave, weldra gevolgd door nog 6 anderen. Hierna was er weer een hiaat door het slechte weer maar omstreeks 7 uur 's-avonds kwamen er nog een aantal over. Inmiddels was het besluit genomen om die dag niet verder te vliegen maar om op vrijdag 23 juni in de vroege ochtend verder te gaan.
Omstreeks 6 uur in de ochtend passeerde een vliegtuig Grave, weldra gevolgd door nog 3 anderen. Toen kwam het bericht, dat er te Mill een vliegtuig neergestort was; gelukkig bleek het niet zo erg te zijn. De vlieger Marinus van Meel, door motorpech gedwongen, met zijn Farman een noodlanding moeten maken op de heide te Mill.
Hierbij was het onderstel , een vleugel alsmede de schroef van het vliegtuig beschadigd.
De Farman na de noodlanding in Mill anno 1911, inclusief het ontvangstcomité en de Millse toeschouwers.
In Mill besloot men van de nood een deugd te maken door te trachten, na reparatie van het vliegtuig, dit demonstraties te laten geven te Mill. Er werd een comité gevormd, met onder andere de heren van Hout, de burgemeester en andere notabelen, die in onderhandeling traden met Van Meel en zijn passagier M. Benselin uit Verviers. Er werd overeenstemming bereikt en bij notariële akte werden de afspraken vastgelegd. Afgesproken werd dat op donderdag 29 juni en vrijdag 30 juni gevlogen zou worden, ook zouden dan Millse passagiers mee kunnen vliegen.
Er werd flinke bekendheid gegeven aan dit voornemen, in de wijde omgeving werden handwijzers geplaatst Naar het vliegterrein en dit had resultaat. Door een vlaggend Mill trokken drommen mensen, jong en oud, naar de heide om dit evenement mee te maken.
Volgens de Graafse courant had de Millse Stationsstraat nog nooit zoveel mensen gezien. Het waren rijen, haast zonder einde met opvallend veel fietsen. De grote menigte op de heide wachtte met spanning op de grote gebeurtenis, terwijl zij muzikaal werden bezig gehouden door de fanfare uit Sint Hubert. Eindelijk was het dan zover, van Meel en zijn passagier bestegen het vliegtuig en binnen enkele seconden zaten zij in de lucht.
Na een korte tocht over Langenboom en Mill landde de tweedekker onder groot gejuich weer op het terrein. Na een rustpauze van drie kwartier steeg het vliegtuig opnieuw op en vloog nogmaals hetzelfde rondje. Helaas, bij de landing ging het mis: reeds hadden de wielen de grond geraakt toen men plotseling een groot gekraak hoorde. Door een oneffenheid in de bodem liep de landing niet volgens plan en toen de machine tot stilstand was gekomen bleken de vleugels, het onderstel en het hoogteroer gebroken te zijn. De vlieger en zijn passagier mankeerden gelukkig niets.
Het Millse vlieg-comité liet de moed niet zakken en volgens de Graafse courant"togen de leden van het vlieg-comité onmiddellijk aan het werk, met de voorzitter aan het hoofd, om de aviateur te helpen zoveel als mogelijk was":.
Dit was succesvol, zo zelfs dat er nog twee vliegdagen zouden worden gehouden op 9 en 10 juli. Tussen 5 en 8 uur in de namiddag zou worden opgestegen met passagier, terwijl van Meel tevens zou pogen het Nederlandse duur- en hoogterecord, respectievelijk 65 minuten en 1700 meter te verbeteren. Er werd nog grotere bekendheid aan deze demonstratie gegeven. Op het terrein werden verschillende vermakelijkheden en muziek aangeboden, er kwamen tenten waar men de inwendige mens kon versterken en na afloop zou er een extra trein naar Boxtel lopen, waarop in Uden en Veghel extra trams naar Oss, Helmond en Den Bosch zouden aansluiten.
Aankondiging vliegdemonstratie te Mill anno 1911
Op zondag 9 juli 1911 was het weer een drukte van belang in Mill. Van alle kanten trokken de mensen, aangevoerd per spoor, auto's, rijtuigen, karren of per fiets naar het vliegterrein. Er waren duizenden mensen aanwezig die zich, voor het grote moment zou aanbreken, vermaakten met hondendressuur, het oplaten van luchtballonnetjes of in de hangar het vliegtuig gingen bekijken, alwaar men uitleg kreeg van de vlieger Muller uit Nijmegen. Ook kon men luisteren naar concerten, gegeven door Caecilia uit Cuijk, de harmonie van Grave en de fanfare uit Sint Hubert.
Links op de foto vliegenier Marinus van Meel en zijn passagier Maurice Berselin uit Verviers.
Om 7 uur 's-avonds, toen de wind wat ging liggen, bracht men het toestel naar buiten. Het duurde evenwel nog geruime tijd voordat men de motor regelmatig aan het draaien kreeg, maar uiteindelijk om 20:06 uur, zoals het Boxmeers Weekblad gedetailleerd beschrijft, stegen van Meel en zijn passagier Benselin onder het spelen der muziekkorpsen en het gejuich van de toeschouwers op. Het toestel bereikt een hoogte van 125 meter, vliegt richting Langenboom en Mill en keert dan terug naar het vliegterrein. Na 13 minuten en 43 seconden zet van Meel het vliegtuig aan de grond.
Helaas, het Millse vliegveld brengt hem geen geluk want wederom bezwijkt het onderstel, dat geheel in elkaar wordt gedrukt. Marinus van Meel en zijn passagier Maurice Berselin kruipen ongedeerd uit het vliegtuig maar van verder vliegen is natuurlijk geen sprake.
Het publiek dringt op naar het vliegtuig, maar de marechaussees, rijksveldwachters en padvinders weten de orde te herstellen. De machine wordt opgeborgen in een loods en het Millse vliegfestijn wordt met het aanbieden van een lauwerkrans afgesloten.
Het was al bijna donker voordat allen het vliegterrein hadden verlaten en de rust op de hei was teruggekeerd. Vele bezoekers vertrokken met de treinen, andere verspreidden zich over de cafés waar goede zaken werden gedaan. Onderwerp van gesprek was uiteraard de demonstratie en het vliegen zelf. Velen zullen zich toen niet gerealiseerd hebben, dat zij getuige geweest waren van het begin van een ontwikkeling die een grote vlucht zou nemen. Zij hadden er geen idee van dat uit het vliegtuig van Marinus van Meel, of de andere die zij tijdens de Europese rondvlucht hadden zien overkomen, de toestellen zouden ontstaan, die thans met grote snelheid honderden mensen tegelijk over grote afstanden vervoeren.
Het toestel van Marinus van Meel werd voor de zoveelste keer gerepareerd en in de vroege morgen van zondag 16 juli 1911 om 6:15 uur steeg het vliegtuig voor het laatst op van de heide te Mill om 46 minuten later te landen te Tiel.
Hiermee was aan de overzomering zoals de Graafse courant op 22 juli 1911 schreef een eind gekomen. Door het vlieg comité werd eind augustus 1911 de slotverklaring gehouden. Ondanks alle tegenslagen was de financiële uitkomst zeer bevredigend.
Voor zover bekend is van het toestel van Marinus van Meel slechts een tastbaar bewijs overgebleven.
Als dank voor de bewezen diensten schonk van Meel aan de Graafse arts A.J.M. Kanters-hij verbleef tijdens zijn Millse periode in een hotel te Grave- de gebroken houten propeller van zijn toestel. Deze propeller, wat bijgewerkt, is gedurende lange tijd in het bezit van de familie Kanters gebleven. Omstreeks 1976 is deze propeller door A. Kanters geschonken aan het Luchtvaartmuseum te Soesterberg.
Farman biplane bouwjaar 1910 staat ook bekend als FarmanIII gebouwd door Henry Farman
auteur de heer P. Schoonhoven.
Graafse Courant en Boxmeers Weekblad.
Met dank aan de heer P.J. v.d. Hagen voor enige(persoonlijke) gegevens, waarvan bij de samenstelling van dit artikel gebruik gemaakt is.