Van Mylle tot Mill, rond d'n Moelendicke Ad 1600
Vorige keer lieten wij ( De Millse samenleving omstreeks de 14e eeuw) een kaartje zien uit De Raad van Brabant, eerder opgespoord door Rien van den Brand. Het is ook een merkwaardig kaartje. Prachtig, hoe hierop de Veerstoepen te zien zijn, met een stukje Boxmeer aan de Maas aan de kant van Heijen en idem dito in Oeffelt (Brakel) aan de Gennepse zijde. Ook wordt op deze kaart weer eens duidelijk weergegeven de status aparte van de Heerlijkheid Boxmeer en het stukje Duitsland (Cleve) van Oeffelt. Ook Heezelind ( Heeze & Leende) staat op deze kaart. Van den Brand vertelt ons, dat dit niet de oudste kaart is, die ooit is gemaakt. In het Nordrhein-Westfalisch Staatsarchiv te Munster heeft hij in 1979 een nog oudere kaart gezien, waarop ook het dorp Mill voorkomt. Helaas mag daarvan geen foto worden genomen. Het betreft Die Herlichkeit Heijen, zijn geboortegrond anno 1560.
Maar ondertussen hebben we een ander kaartje aan onze historische feuilleton toegevoegd. Ook merkwaardig, hoe de watermolen, Die Heer Jan van Cuyk in 1310 afstaat, hierin uitstekend past. Van Mylle tot Mill, van de Mijlpaal naar de Molen. Oud wethouder Coos van den Hof heeft ons, enkele jaren voordat hij overleed, een aantal veldnamen genoemd, welke in deze omgeving voorkomen en op ons kaartje staan aangegeven. Heul en Bruggen zijn alom bekend. Van de andere toponiemen komt de Swaluwsteert onder andere voor in een akte van de familie Van der Straaten. Rond 1780 woont Anton Reijnen op deze hoeve. Zijn zoon Johannes Toonen Reijnen neemt op 26 maart 1826 officieel de naam aan van Van der Straaten. Dr. Joop van der Straaten, ook behorend tot de regio historici en ook sterk geïnteresseerd in het Cuyklands erfgoed, concludeert uit de beschrijving van de aanpalingen van de hoeve, gelegen aan Die Straeten, ( te weten de Veesteegh en de Moelendicke) dat zijn voorvader Johannes Toonen, hierin de aanleiding vindt, de geslachtsnaam Van der Straaten aan te nemen. Het woonhuis van de hoeve Die Swaluwsteert schijnt rond 1740 bewoond te zijn geweest door de protestante koster Van Tuerenhout. Archivaris Douma vertelt in Merlet 1972 daarover een kostelijk verhaal. De koster had namelijk van zijn overheden in het Classis van Nijmegen permissie om de kerkzolder van de Willibrordkerk aan de Hoogstraat, duiven te houden. Daar kwamen andere vogels op af, zelfs roofvogels en zo meer.
Er kwam overlast van en de koster kreeg het aan de stok met de pachters van de domeinenhoeven, Vloedt, Weem, en Nieuwenhof. Van Tuerenhout, om zijn godsdienstige achtergrond toch al niet geliefd bij de Roomsen, moest de vlag strijken toen hij om ondersteuning ging bij schout en schepenen. Een en ander wordt in het dorpsarchief van Mill in een in die tijd passende schrijftrant uitvoerig uit de doeken gedaan. Nog steeds op zoek naar sporen, belanden we bij een zeer merkwaardige periode in de geschiedenis van onze voorvaderen. Want wat wil het geval. Op de zolder boven de gewelven van de Sint Stevenskerk van Nijmegen wordt in een stapel afvalhout een aantal ,planken gevonden , die bij nader inzien oude predikantenborden blijken te zijn.
De naamlijsten hangen veelal in protestante kerken, meestal prachtige gekalligrafeerd en gevat in een ornamentale lijst.
In de Gelderlander van 24 oktober 1998 viel ons een artikel op met de kop:-Predikanten gered van brandstapel- en even later in de beschrijving met vette letters, monnikenwerk.
Dat die predikanten gered zijn door monniken zou wel heel toevallig wezen Op de bij het artikel geplaatste foto komt de naam Mill voor. Onze verbazing was gewekt. Bij een bezoek aan de protestanten Grote of Sint Stevenskerk in Nijmegen treffen wij id de naamlijsten maat liefst 5 dominees aan, komende van Mill. En wel in een tijdsbestek van 1592 tot 1814.
In het verhaal Predikanten en Roomsche paepen Ad 1600 komt de Heer Henk van de Weem met zijn secondanten er op terug.

Lijst van Dominees AD1691, gevonden in de Sint Stevenskerk te Nijmegen.