Van de Hof Pisla, de Abdij, Stericdijcke en de schuur uit 1667

Even een beetje genealogie naar aanleiding van de vorige aflevering Van Kerkepad, Pastoors en Paepsche Stoutigheden 17-18de eeuw, hebben we gezien dat Peter Bongaerts en Merrij, de dochter van Willem Aert Scetters in 1655 de boerderij Den Schettert overneemt . Peter Bongaerts is een broer van Jan Janz Bongaerts uit Wanroy, wiens voorgeslacht oorspronkelijk afkomstig is uit Oeffelt. De Bongaertsen hebben contacten met Mill. Wij kunnen dit afleiden uit de stamtafel, waar wij lezen dat Peter en Jan Janszoon's moeder Maria Jans een dochter ia van Jan Jansz van Mill tot Stericdijcke en Lijsken Geertje Jans Geijben, geboren omstreeks 1620, ergens in het Nederambt van het Land van Cuijk. Menig ijverig familie historievorser vindt hier zijn oudste stamvader. Dat Stericdijcke duidt waarschijnlijk op een perceel grond omgeven door een stevige dijk, waarachter Jan Janszoons voorouders zich vroeger veilig voelden tegen het wassende water van Maas en Peel. Over namen wordt vaak moeilijk gedaan, terwijl veel benoemingen zo direct voor de hand liggen. Angenent bijvoorbeeld wil niet meer zeggen dan aan geen eind of aan aan ginder eind ( van een perceel of van het dorp). We hebben ooit ons hoofd gebroken over de Hof Pisla, waar in eerste instantie de broeders van de Abdij Marienweerdt, die in Mill een uithof bezaten, werkten, kerkten en hun overledenen mochten begraven. Dit waren destijds de eerste aantekeningen over Mille & Halle (anno1156). -La- zou een oud Germaanse betekenis hebben als plaats. Pisla zou dan een plaats kunnen zijn aan een beekje, ondeugend gezegd: een pies beekje, zoals het uit de Peel sijpelend stroompje , de latere Kerksebeek, ook niet anders was. Bij Xanten (Dld) heb je nu nog van zulke traag stromende toevoer riviertjes naar de Rijn. Ter hoogte van Sonsbeck loopt zo'n beekje en heet daar Pisley, een zelfde soort benoeming.
Bijgaand laten wij u een foto zien van De Schettering, zoals deze boerderij eeuwenlang wordt genoemd en in 1981 is gefotografeerd door Ir. Ban van Noordwijk. Namens de Boerderijenstichting Noord Brabant maakte deze bouwhistoricus vele reportages in den lande, maar vooral in onze regio. De Bond Heemschut heeft deze historische Bouwhof destijds in het nieuws gebracht, vanwege een wijziging in het vigerende bestemmingsplan.
In de voorgevel van de bouwhoeve valt de plaats van de hoofdingang direct op . Het blijkt namelijk , dat deze indertijd is verplaatst. Het gebouw is oorspronkelijk symmetrisch geweest met de voordeur in het midden, 2 smalle ramen langszij en iets bredere raampartijen aan de uiterste kant van de gevel. Hierachter lagen ook de ruimste en meest diepe vertrekken. De ontlastingsbogen met de spekstenen geven duidelijk de diverse maten aan. Alles is zo logisch als maar mogelijk. Vergelijkkende gebouwen vindt men in Polsbroek aan de Linge. In het Land van Cuijk kan men in de toegangspoort van het klooster van paters Kruisheren te Sint Agatha een dergelijke uitvoering met dezelfde ornamenten nog waarnemen. Deze zijn helaas gedeeltelijk gepleisterd. De maat van het voorhuis doet denken aan enkele statige panden in Oeffelt en Linden. Een en ander kan men lezen in het tijdschrift Brabant Heem 1986/3 alwaar een katern de totale bouw en zijn bewoners behandelt. Ook vermoedt men, dat voorheen een aantal leilinden in de voorhof de situering hebben versterkt. De op de foto nog aanwezige monumentale schuur accentueerde het oorspronkelijk carree, welke volgens een aktebeschrijving uit 1704 rondom in de heggen en hekkens lag. Was de schuur op 8 augustus 1982 niet door brand verwoest geweest, dan was deze zeer zeker in aanmerking gekomen voor verbouw tot een bijpassende behuizing. De bouwmassa, die deze Heerenhoeve completeerde maakte het geheel uniek om in aanmerking te komen voor plaatsing op de Rijkslijst van de Monumentenzorg in Nederland . Dat was destijds ook het oordeel van de Brabantse Boerderijenstichting.